Microben kweken op school

Microben kweken is best wel lastig. Het mooiste en beste is als je een docent of TOA hebt die zelf ooit met microben heeft gewerkt. Die heeft dan de kennis in huis om petrischaaltjes met een voedingsbodem erin te maken. Ook weet hij of zij dan hoe je steriel moet werken. Maar als zo'n persoon niet op school werkt dan moet je ergens anders hulp gaan zoeken. Dat kan bijvoorbeeld iemand zijn die je kent die op een laboratorium werkt. Of je neemt contact op met een laboratoriumschool in de buurt.

Op deze pagina gaan we niet vertellen hoe je met microben werkt. Het kweken van microben is een vaardigheid die je moet leren. Het is een beetje te vergelijken met fietsen of autorijden. Dat leer je door te doen onder begeleiding, niet uit een boekje. En ja, er zijn YouTube filmpjes, maar als je iemand hebt die kan helpen gaat het wel een stuk sneller.
Wat we wel vertellen is wat je minimaal nodig hebt aan materialen. Samen met je docent of TOA kun je dan kijken wat de school al in huis heeft of er nog eventueel spullen moeten worden aangeschaft.

Microben
Je wilt microben kweken. Zoals je weet, zijn er 6 verschillende groepen. Maar het meest haalbaar om op school te kweken zijn de bacteriën. De meest gebruikte bacterie is Escherichia coli en die wordt vaak afgekort als E. coli. Als je proefjes wilt doen om een bacterie te testen onder verschillende omstandigheden dan is dit de meest geschikte. Deze bacterie is relatief ongevaarlijk en de meeste microbiologische laboratoria hebben hem. Als je hem kunt krijgen van een lab dan zit deze meestal op een petrischaaltje of schuine buis. Voor dat je E. coli meeneemt naar school zal je toch echt zelf in staat moeten zijn om hem te kweken op een voedingsbodem.

Let op! Binnen de microbiologie worden veel termen gebruikt voor de petrischaaltjes met daarin een voedingsbodem. Die voedingsbodem wordt weer gemaakt van verschillende stoffen (waaronder agar) die ook media genoemd worden. Dus met petrischaaltjes, voedingsbodem(s), media, agarplaat wordt hetzelfde bedoeld: een petrischaaltje met daarin voeding voor de microbe.

Microben hebben verschillende kleuren. Geel, wit, lichtgrijs en roze.
E. coli is de derde in de rij.

Microben kunnen ook in vloeistof groeien. Of gekke vormen hebben. De derde is een schimmel en ziet er harig uit.

De juiste media kiezen voor je microbe
Welke stoffen heb je allemaal nodig? Dat is een beetje afhankelijk van wat je wilt doen. Voor het kweken van E. coli kun je het beste kant en klare LB-agar kopen. Wil je kijken wat er op oppervlakken of in de lucht zit qua microben? Dan is TSA-agar of nutrient-agar een goede optie. Wil je kijken wat er op de huid groeit dan kun je het beste tween-agar maken. Tween is een soort zeep dat het vet op je huid een beetje oplost. Daardoor komen de bacteriën beter van je huid, op de voedingsbodem. Kun je om een of andere reden geen tween-agar maken, gebruik dan TSA- of nutrient-agar.
Alle bovenstaande media zijn een zogenoemd 'rijk medium' wat betekent dat heel veel bacteriesoorten er op kunnen groeien. Ze zijn te koop als kant-en-klaar poeder waar je dan alleen nog water bij hoeft te gieten. Let op! Er zijn voedingsstoffen mét agar (voor in petrischaaltjes) en zónder agar (voor in buisjes) te koop. Welke je nodig hebt kan je TOA, of de expert die je helpt, vertellen.

Voedingsbodem maken
Het allermakkelijkste is als je de voedingsbodems kant en klaar kunt kopen. Ze zijn wel wat duurder. Maar als je maar een paar (minder dan 40) platen nodig hebt ben je uiteindelijk toch goedkoper uit. Je hoeft immers niet allerlei spullen te kopen om zelf voedingsbodem te maken.
Wil je ze zelf maken, koop of regel met behulp van de TOA agar en maak dit volgens de instructies op de verpakking. Na het steriliseren (zie verderop) moet je de hete en vloeibare agar in de petrischaaltjes gieten. Dat moet 'steriel gebeuren', daar lees je verderop meer over. Na het afkoelen wordt de agar hard en zijn de plaatjes klaar om te gebruiken.

Voedingsbuisjes maken
Net als bij de voedingsbodems is kopen goedkoper dan zelf maken. Het enige verschil met voedingsbodems is dat het vloeibaar blijft en je het in buisjes of Erlenmeyers stopt.

Kosten en houdbaarheid
Agar als poeder kopen is duur en heeft een beperkte houdbaarheid. Echter, met 1 pot agar poeder kun je echt heel veel platen maken. En het poeder kan, mits droog en koel bewaard, heel lang mee gaan. Langer (als in jaren) dan de houdbaarheidsdatum die op de pot staat. De houdbaarheidsdatum is belangrijk voor diagnostische labs i.v.m. de protocollen die zij moeten volgen. Maar voor scholieren die proefjes doen hoeft het niet zo precies. Let op, kant en klare platen zijn niet zo lang houdbaar. 

Heet medium wordt in petrischaaltjes gegoten. 

Pot met nutriënt agar

Eenmaal afgekoeld wordt het hard en kunnen de bacteriën er op groeien.

Steriliseren
Steriliseren is een manier van gecontroleerd microben dood maken. Microben zijn overal, ook op je handen en de spullen die je gebruikt om de media te maken. Zou je de media niet steriliseren dan zouden al die microben óók in je media gaan groeien. Dan krijg je hele rare resultaten. Je moet eerst zorgen dat de microben die je niet wil hebben dood gemaakt worden. Dat gebeurt in de autoclaaf. In principe is het een soort grote snelkookpan waarin de spullen worden verhit tot 121°C voor minimaal 15 minuten bij een druk van 1 bar. De druk zorgt ervoor dat vloeistoffen niet gaan bubbelen zoals kokend water dat wel doet. Mocht je school geen autoclaaf hebben dan kun je ook een (grotere) snelkookpan gebruiken. Werk altijd samen met de docent of TOA als je die gaat gebruiken.

Steriel werken
Steriel werken is een algemene term waarmee een aantal microbiële technieken worden bedoeld. Met die technieken kun je op zo'n manier werken dat je geen besmettingen krijgt. Want als jij een experiment doet met E. coli wil je ook alleen maar E. coli testen en niet een of andere microbe die per ongeluk op je petrischaal of je buisje beland. Komt er per ongeluk toch een andere microbe terecht in je buisje of petrischaaltje dan noemen we dat een besmetting. Daarom werken je bij steriel werken bijna altijd met een brander.
Maar om een lang verhaal kort te houden, dat moet je leren van iemand die dat kan. Vraag de TOA of expert om het je te leren.

Een brander wordt gebruik om steriel te werken 

Vloeibaar medium in een Erlenmeyer of reageerbuisje

Een autoclaaf waarin medium wordt gesteriliseerd

Afval verwerken
Mooi, je experiment is nu klaar. Wat doe je met het afval? Dat doe je in een speciale autoclaafzak. Dat is een plastic zak die niet smelt of vervormd bij de hoge temperaturen. Daar stop je het afval in het je niet meer kunt hergebruiken (vaak plastic spullen). Dat gaat in de autoclaaf en wordt daarna weggegooid als restafval. Spullen die je kunt hergebruiken (vaak van glas) gaan ook in de autoclaaf maar wordt daarna afgewassen. Ook dit overleg je eerst even met de docent of TOA.

Een driepootje met een klein afvalzakje voor in de autoclaaf. Maar er zijn ook grotere maten verkrijgbaar.